Algemene voorwaarden voor de leden van de toezichthoudende autoriteit
1. De lidstaten schrijven voor dat elk lid van hun toezichthoudende autoriteiten volgens een transparante procedure wordt benoemd:
— door het parlement,
— de regering,
— het staatshoofd, of
— door een onafhankelijk orgaan dat lidstaatrechtelijk met de benoeming is belast.
2. Elk lid beschikt over de nodige kwalificaties, ervaring en vaardigheden, met name op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, voor het uitvoeren van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden.
3. De taken van een lid eindigen bij het verstrijken van de ambtstermijn, bij ontslag of bij verplichte pensionering overeenkomstig het recht van de betrokken lidstaat.
4. Een lid wordt slechts ontslagen indien het op ernstige wijze is tekortgeschoten of niet langer aan de vereisten voor de uitvoering van de taken voldoet.